Hoe het ontbreken van enkele basisbehoeften ons verdere leven kan bepalen. (Deel 1)

Onvoorspelbaar gedrag, voorwaardelijke liefde en uitbarstingen van ouders komen in gezinnen meer voor dan we denken. Het feit dat aan bepaalde basisbehoeften tijdens onze jonge jaren niet voldaan werd, zorgt ervoor dat we op een latere leeftijd met meer “struggles” te maken krijgen dan wanneer we in een “gezond” gezin werden grootgebracht.

Er bestaat zoiets als de universele basisbehoeften: zij zijn het kompas voor ons geluk en zorgen ervoor dat we presteren en ervoor gaan. Dus als we onszelf tegenhouden of als we nu ergens staan waar we niet willen staan, betekent dat dat onze basisbehoeften niet vervuld zijn.

Onze opvoeding, cultuur, belangrijke levensgebeurtenissen en ons socio-economisch milieu vormen samen met ons karakter onze persoonlijkheid. Wanneer we als kind vaak werden blootgesteld aan gebeurtenissen zoals verwaarlozing, misbruik, straffen, voortdurende kritiek en opmerkingen gaan we “leren overleven” onder deze omstandigheden. We gaan manieren ontwikkelen om hiermee om te gaan. Wij zijn echter beperkt in de mogelijkheden en we doen vaak een copy-paste van wat we al hebben gezien bij ons gezin van herkomst.

Pesters komen bijvoorbeeld regelmatig uit een disfunctioneel gezin en zullen om te overleven anderen pesten of kleineren. Daarom is het vaak belangrijk om te kijken waar de oorzaak van het pestgedrag ligt.

Vaak vind je die oorzaak terug tijdens de eerste veertien levensjaren van een kind. Wanneer dan de universele psychologische basisbehoeften (veiligheid, erkenning, verbinding, autonomie, stabiliteit, structuur en realistische grenzen, mogen uiten van mening en gevoelens, plezier) mooi vervuld zijn, wordt het kind “gezond” opgevoed.

 

1.      Veiligheid

Wanneer het kind zich veilig en geborgen voelt, leert het mensen vertrouwen. Ons veilig voelen doen we als we een veilige plaats hebben om te rusten, te slapen, te eten, te drinken,… Wanneer we regelmatig geruststellende knuffels krijgen en warmte ondervinden, voelen we ons ook geborgen. Het geeft ons immers rust en stabiliteit.
Als een kind terecht komt in een omgeving waar ouders zelf met issues zitten en regelmatig uitbarsten in woede, voelt het kind zich niet meer veilig. Het gaat zich zo vormen om de uitbarstingen van de ouders zoveel mogelijk te vermijden. Het kind leert pleasen en zorgen voor de ouders.

 Wat nog voor enorme verstoring van de veiligheid zorgt zijn emotionele verwaarlozing, fysiek psychisch mishandelen, liefdeloos gedrag van de ouders, onrechtmatig straffen, vechtscheidingen, sterfgevallen, talloze verhuizingen,…

 Kinderen die in deze situaties opgroeien hebben een grote veiligheidsbehoefte. Ze voelen zich vaak afgewezen en/of vernederd en zullen altijd kritiek horen in plaats van feedback. Ze vragen ook vaak om bevestiging.

 Kinderen die in een stabiel gezin zijn opgegroeid, voelen zich niet direct bedreigd en gaan gemakkelijker met feedback om. Wanneer er veranderingen op hun pad komen, zien ze dit als een welkome uitdaging in plaats van een probleem.

 

2.      Stabiliteit

Kinderen hebben stabiliteit nodig. Dit geldt niet enkel voor de kinderen, als volwassen persoon hebben we dit ook nodig. Door die stabiliteit voelen we ons veilig. Doordat we realistische grenzen krijgen en structuur meekrijgen, voelen we ons zekerder. Een vaste woonst, een inkomen, een fijne relatie, elke dag eten op ons bord, dit alles zorgt dat we rust in ons hoofd mogen ervaren. Wanneer een kind in een gedestabiliseerd gezin (of disfunctioneel) gezin opgroeit, gaat het kind vaak als verbindingspersoon tussen beide ouders fungeren. Het zal ook de bewaker worden van de goeie sfeer en de lieve vrede. Kortom, het leert voortdurend op de tenen lopen en zal zichzelf wegcijferen om anderen goed te laten voelen.

Perfectionisme en faalangst zijn ook gevolgen van gebrek aan een stabiele opvoeding. We gaan onszelf vaak vergelijken met anderen en twijfelen voortdurend aan onszelf.

 

3.      Erkenning

We hebben allemaal (onbewust) behoefte aan erkenning en waardering: we willen naar waarde geschat worden, we willen aanvaard worden zoals we zijn en we willen allemaal voelen dat we onze plek meer dan waard zijn. Maar we willen ook dat onze gevoelens erkend worden: dat als we pijn voelen, hier respectvol mee wordt omgegaan.

 Wanneer we onze teen stoten aan de salontafel en we beginnen te jammeren van de pijn, willen we het liefst van al horen: “Auw, dat moet pijn gedaan hebben, ik heb met je te doen!” In plaats van: “Zeg, doe eens niet zo onnozel, moet je daarvoor zo jammeren??”

 Als we blij zijn, willen we ons geluk van de daken schreeuwen en willen we dat het door anderen wordt erkend in plaats van dat ze ons “belachelijk” vinden.

 Dus als een kind kampt met bepaalde gevoelens, is het heel belangrijk om deze gevoelens te erkennen. Ja, ze mogen boosheid voelen, ze mogen angst voelen maar ze mogen ook blijheid voelen. Als we daarmee zorgvuldig omgaan, zullen ze later makkelijker hun gevoelens kunnen uiten en durven ze dat ook te doen omdat ze weten dat ze er niet op afgerekend zullen worden.

 Maar een kind wil ook gewenst zijn, zich gewild voelen. Wanneer een kind voortdurend het volgende te horen krijgt: “Nu niet, mama/papa is iets belangrijks aan het doen.” Dan zal zich in haar of zijn onderbewustzijn de zin “Ik ben niet zo belangrijk” vastzetten. Het zal dan vanalles doen en zeggen om toch aandacht te krijgen van de ouder, ook al is het negatieve aandacht.

 In een later leven gaan ze pleasen, zichzelf wegcijferen of overmatig erkenning vragen. Het aantal “likes” op sociale media is voor hen uiterst belangrijk: zo worden ze immers “erkend”.

 

Over de andere behoeften lees je in volgend artikel. Ik wil het voor jou niet te lang maken.

 

Bedenk even: zijn deze drie beschreven behoeften bij jou vervuld. Zo ja, hoe uit zich dat bij jou? Zo neen, waar heb jij nu last van? En hoe wil jij daar aan werken?

Schrijf het gerust hieronder en wees zo een inspiratie voor anderen.