Laatst las ik een artikel dat me lichtjes de kriebels gaf. Niet van ontroering, maar van ongemak. Het ging over een moeder die een jonge vrouw begon te filmen in het vliegtuig omdat die haar plek aan het raam – die ze zelf had geboekt – niet wilde afstaan aan de peuter van de moeder. Want ja, dat kindje wilde per se aan het raam zitten. Drama alom. De vrouw bleef beleefd weigeren (en groot gelijk had ze, ze had er immers voor betaald), maar mama vond het nodig om haar voor iedereen aan de schandpaal te nagelen. Want je weigert toch niets aan een peuter???
Euhm …
Wat er eigenlijk gebeurd was, was iets heel normaals: het kind kreeg z’n zin niet. En daar ging de wereld even door wankelen. Niet door die jonge vrouw. Niet door de andere passagiers. Maar door de mama – die blijkbaar zo gewend is dat alles wel kan – en dus maar meteen haar telefoon bovenhaalde voor een potje online verontwaardiging.
We lijken vergeten te zijn dat teleurstelling gewoon een vast onderdeel van het leven is, net zoals regen in België. Geen enkele mens op deze planeet krijgt altijd zijn zin – en dat is maar goed ook. Want weet je wat er gebeurt als je áltijd je zin krijgt? Dan groeit er geen enkele spier in je karakter. Geen ruggengraat, geen incasseringsvermogen, geen empathie. Alleen maar frustratie als het eens niet lukt.
En toch zie ik het overal: ouders die springen, dansen en buigen om hun kind maar niet te moeten teleurstellen. Of volwassenen die compleet over de rooie gaan als ze een simpele ‘nee’ te horen krijgen. Mensen die kwaad worden omdat ze hun gelijk niet krijgen, alsof de wereld verplicht is om akkoord te gaan met hun mening.
Spoiler: dat is niet zo. Iedereen heeft het recht om 'nee' te zeggen. Jij. Ik. Die jonge vrouw in het vliegtuig. De kassier in de supermarkt. En ja, ook je partner, je baas of je vriendin.
Maar hoe leer je dat dan, omgaan met teleurstellingen?
Heel simpel gezegd: door het te oefenen. Maar dat klinkt een beetje als “gewoon ademen” zeggen tegen iemand met een paniekaanval. Dus laat me het wat concreter maken.
1. Erken je gevoel (en laat het er zijn).
Je mag teleurgesteld zijn. Echt waar. Stamp gerust even met je voeten (figuurlijk dan toch). Maar ga ook eens zitten met dat gevoel. Wat zit er onder? Verdriet? Angst? Gekrenkte trots? Door dat te snappen, kun je er ook beter mee omgaan.
2. Stel jezelf de vraag: wat kan ik wel doen?
Oké, je kreeg je zin niet. En nu? Je kan blijven hangen in “Het is niet eerlijk!” (en dat mág even), maar kijk ook naar waar je wél invloed op hebt. Daar zit je kracht.
3. Oefen op kleine teleurstellingen.
Sta eens niet op de eerste rij bij dat concert. Bestel een koffie, krijg een verkeerd koekje en eet het gewoon op. Echt waar, dat zijn de mini-spierballen van je frustratietolerantie.
Hoe durf je zelf ‘nee’ zeggen (zonder jezelf een eikel te voelen)?
Herinner jezelf eraan dat ‘nee’ ook een volledig antwoord is.
Je hoeft je niet altijd uit te leggen. Je mág, maar het hoeft niet.
Zet je eigen grenzen op de eerste plaats.
Als jij altijd plooit om het anderen naar hun zin te maken, dan verlies je jezelf onderweg.
Weet: de reactie van de ander is niet jouw verantwoordelijkheid.
Als iemand teleurgesteld is door jouw nee, dan is dat hún werkpunt, niet dat van jou.
En wat met mensen die niet kunnen omgaan met een 'nee'?
Ach, die zijn er ook genoeg. De manipulators, de passief-agressieven, de drama queens en kings.
Wat je dan doen?
Blijf kalm. Jij hoeft niet mee te gaan in hun emotionele achtbaan.
Herhaal rustig je grens. “Ik snap dat je het lastig vindt, maar mijn antwoord blijft nee.”
Gebruik desnoods de kapotte grammofoonplaat-methode: hetzelfde blijven herhalen op dezelfde toon. Verhef je stem zeker niet maar blijf kalm.Laat de stilte maar even ongemakkelijk zijn. Jij bent niet verantwoordelijk voor hun innerlijke peuter die met deuren gooit.
Dus, moraal van het verhaal?
Teleurstelling is niet het einde van de wereld. Het is een les, een spiegel, een kans om te groeien. En soms ook gewoon ... kut (sorry voor mijn taalgebruik 😉). Maar als we onze kinderen (en onszelf) leren dat het oké is om eens niet te krijgen wat je wil, dan maken we de wereld een beetje veerkrachtiger en vooral minder hysterisch.
Dus de volgende keer dat je peuter geen plekje aan het raam heeft? Geef het een koekje. Zet zijn lievelingsliedje op (of Bumba op de iPad) en fluister zachtjes: “Welkom in de echte wereld, schat.”