Moeilijke mensen? Hoe ga je daar nu mee om?

Afgelopen week had ik een innerlijke grr-momentjes-marathon. Niet omdat ik me zelf rot voelde:  ik had eigenlijk een goeie week. Maar mijn klanten, mijn inbox, zelfs enkele mensen in de winkel, kwamen allemaal met dezelfde onderliggende vraag:

“Hoe ga ik om met mensen die serieus op mijn systeem werken en me mijn kast doen opvreten?”

Herkenbaar? Heb jij hetzelfde in je leven?

Serieus ... ik voel met je mee.
Of het nu die schoonmoeder is die tussen neus en lippen suggereert dat je kinderen misschien wat meer discipline nodig hebben.
Of die collega die altijd nét op het juiste moment verdwijnt als er werk aan de winkel is.
Of je vader die altijd zijn gelijk wil halen (zijn wil is immers wet).
Of je partner die denkt dat ‘ik heb het toch gevraagd’ voldoende communicatie is voor een heel verhuisplan.😖😡🤬

Reken daarbij de kinderen die opeens collectief besluiten om je innerlijke rust te saboteren, en kijk … daar zit je dan.

“Nele, hoe moet ik daar nu mee omgaan?”

Een vraag die ik wekelijks krijg en tegelijk eentje die ik zélf nog af en toe stel. 😉
Yep, ook als coach.
En yep, ook na jaren zelfreflectie en 143 podcasts en blogs over empathisch en verbindend communiceren. 😮🤭
Want guess what? Ik ben ook maar een mens. Een mens die kan ontploffen, in de aanval kan gaan of zich in stilte terugtrekt in een combinatie van koppigheid en Netflix.

Maar ik wil het er vandaag eens écht over hebben. Zonder rond de pot te draaien.
Want moeilijke mensen, die heb je overal.
Je zal moeten leren hoe je ermee omgaat, tenzij je van plan bent om de rest van je leven op een berg in de Ardennen te gaan wonen, enkel met een hond en een houtkachel als gezelschap.

“Kitchen sinking” en andere communicatiemiserie

Ken je dat? Je begint een discussie over iets kleins, zoals de vaatwasser die nooit uitgeruimd wordt, en plots zit je 15 jaar relatiegeschiedenis uit te spitten.
En toen op dat familiefeest in 2014 zei je ook al niets toen je moeder mij belachelijk maakte!”

Dat noemen ze dus “kitchen sinking”. En nee, dat is niet wat je denkt dat het betekent, het is niet het moment waarop je je hoofd in de gootsteen duwt om te ontkomen aan het gesprek. (Al begrijp ik die reflex.)

We spreken van “Kitchen sinking” wanneer één conflict alles meesleurt wat al jaren suddert. Geen wonder dat het ontploft. Je was eigenlijk al twee jaar aan het verzamelen voor dit ene gesprek. Alle oude koeien worden uit de sloot gehaald, alle onuitgesproken frustraties worden op tafel gegooid.

 

De drie soorten gesprekken die we (door elkaar) voeren

Wat ik leerde van Charles Duhigg (die de geweldige Supercommunicators schreef), is het volgende:

We voeren meestal drie soorten gesprekken, vaak zonder het te beseffen:

  1. Praktische gesprekken
    Over oplossingen, plannen, beslissingen. (Wie haalt de kinderen op?”, “Wat eten we vanavond?”)

  2. Emotionele gesprekken
    Over gevoelens, behoeften, frustraties. (Ik voel me overspoeld, onzichtbaar, overbelast.”)

  3. Sociale gesprekken
    Over waarden, identiteit, verbondenheid. (Als moeder voel ik me tekortschieten.”, “Zo ben ik nu eenmaal opgevoed.”)

En de clou? Als jij een emotioneel gesprek wil voeren, maar de ander komt met praktische tips, voel jij je niet gehoord.
Je wil een knuffel, geen praktische oplossing.
Je wil dat iemand zegt: Amai, dat is lastig. Ik zie je.”
Geen: Dan moet je vroeger opstaan, hé.”

 

En dan krijg je dit: chaos, Frustratie, Afwijzing.

Dus wat is de oplossing?

1. Wees duidelijk over het soort gesprek dat je voert

Serieus. Zeg gewoon:

·        Ik wil even ventileren, geen oplossingen, oké?

·        Mag ik even mijn ei kwijt zonder dat je mij probeert te ‘fixen’?”

En als iemand anders bij jou komt?

·        Vraag: Wil je gewoon dat ik luister of dat ik meedenk?”

Je zal versteld staan hoeveel ruzies je vermijdt door die simpele check-in.

 

2. Stel diepe vragen. Ja, ook als je eigenlijk liever wil roepen.

In plaats van terug te schieten of te verkrampen, stel eens een échte vraag.
Niet sarcastisch. Niet manipulatief. Maar écht vanuit nieuwsgierigheid.

·        Wat is de reden dat het jou zo raakt”

·         “Waarom is dit voor jou zo belangrijk?”

·         “Wat hoop je dat ik begrijp?”

En dan (en dit is het moeilijkste 😉) … zwijg.
Luister.
Laat de ander antwoorden.

Niet om je tegenaanval voor te bereiden. Maar om écht te luisteren.

 

3. Loop terug: laat zien dat je het begrepen hebt

Als iemand iets deelt, herhaal het dan. In je eigen woorden.

·         “Dus je voelt je buitengesloten omdat ik je niet betrek bij beslissingen? Klopt dat?”

·         “Je zegt dat je je moeder mist, en dat je bang bent dat ik niet zie hoe zwaar dat voor jou is?”

Dit heet “looping for understanding”. En het werkt. Het is geen magie, het is menselijkheid.
Zien en gezien worden. Dat is wat we allemaal willen, toch?

 

Grenzen zijn ook liefde

Nu, laat ons eerlijk zijn: niet elk gesprek eindigt in een groepsknuffel.
Sommige mensen willen niet verbinden. Die willen winnen. Gelijk hebben. Of drama creëren.
En daar hoef jij geen onderdeel van te zijn. Jij mag hier gerust je grenzen stellen! Vertellen wat jij wil … of niet wil.

·        “Ik merk dat dit gesprek me meer energie kost dan ik wil/kan geven. Kunnen we dit even laten rusten?”

·        “Ik wil dit nu niet bespreken. Mijn hoofd zit vol.”

Je mag kiezen. Voor jezelf. Voor rust. Voor verbinding … als die tenminste wederzijds is.

 

Kleine dingen zijn zelden klein

Ken je dat? De ander laat de hond weer uit z’n bench zonder jouw toestemming.
En je ontploft. Niet om de bench. Maar omdat je je genegeerd voelt of niet serieus genomen.

Kleine dingen zijn vaak symbolen van grotere dingen.
Zoals die keer dat ik boos was op mijn man omdat hij vergeten was dat ik een belangrijke meeting had. Niet dat hij het mij moeilijk wou maken, maar omdat ik het gevoel had dat wat ik deed niet belangrijk was in zijn ogen.

Ik riep niet, ik schold niet. Maar ik voelde me wel genegeerd en in mijn hoofd was er een gesprek aan de gang die mijn energie wegzoog.

En zo ontstaan de kleine oorlogjes. Tot onze Boxer Boef komt blaffen dat hij naar buiten moet, en je beseft:
"Ik heb frisse lucht nodig. In m'n hoofd én in mijn hart." Boef content met de wandeling, en ik nog veel meer met mijn rustmoment.

Het moeilijkste gesprek? Dat is met jezelf.

Ik moet toegeven: ik ben vaak nog sneller in gesprek met de ander dan met mezelf.

Maar het gesprek met jezelf is de basis.

Wat raakt me hier écht?
Wat heb ik nodig?
Wat probeer ik te bewijzen?
Waarom wil ik per se dat hij/zij/zijn/haar/mijn moeder mij begrijpt?

Soms besef je: “Ik wil geen gelijk krijgen. Ik wil gewoon graag zijn wie ik ben, zonder me constant te moeten verdedigen of verantwoorden.”

En dan is het gesprek met de ander ineens veel minder beladen.

 

Dus, hoe omgaan met moeilijke mensen?

·        Wees helder over wat je nodig hebt.

·        Stel vragen die verbinden in plaats van beschuldigen.

·        Luister met je hart, niet met persé wilt terug antwoorden.

·        Herhaal en check of je elkaar begrijpt.

·        En bovenal: bewaak je grenzen met zachte kracht.

Soms is de beste communicatie: niet antwoorden, maar afstand nemen.
En soms is het net: toch dat gesprek aangaan. Omdat je iemand graag ziet. Omdat je jezelf graag ziet.

En als dat allemaal te veel wordt?

Dan wandel ik. Met onze Boxer Boef. In het bos. Zonder woorden. Want hij luistert altijd. Zonder oordeel.

Dat is misschien de ultieme les:
Luister zoals een hond: aanwezig, geduldig, liefdevol. 😉