Je kent het wel. Het moment waarop je denkt: "Ik ben zoooo moe, ik voel me gewoon een andere versie van mezelf. Een trager, prikkelbaarder, een minder fris en minder fruitig exemplaar."
Soms sluipt het erin. Je hebt een leuk weekend achter de rug, vol muziek, zon en goeie vibes.
Of net een drukke periode op het werk, een sociaal overvolle week of een slapeloze nacht met een ziek kind. Voor je het weet, voelt opstaan als een berg, je koffie (of Matcha-thee zoals bij mij) als broodnodig en je humeur ... zit onder het vriespunt. 😉🫣
Je beweegt je door de dag in slow motion. Alles is net iets zwaarder. Je hoofd maakt rare sprongetjes: gaande van "ik moet nog boodschappen doen" naar "waarom ben ik zo slecht bezig?" Je hebt het gevoel dat je net genoeg doet om te functioneren.
En toch.
Toch is er dat kleine stemmetje. Dat stemmetje dat zegt: "Hé, je hebt dit eerder gevoeld.” En je weet ook: het gaat terug over.
Want het hoeft niet zo te blijven.
Echt niet.
Er zijn kleine dingen die je kan doen om jezelf weer terug in je energie te krijgen. Geen grote levensveranderingen of dure retraites, maar eenvoudige gewoontes die een verrassend groot verschil maken.
Ik deel er graag een paar met je. Omdat ze mij al jaren helpen. En omdat ze, in tegenstelling tot wat je zou denken, juist wél werken als je moe bent. (Bij mij toch!) 😊
1. Herbeleef de leuke momenten.
Ja, je mag naar je gsm grijpen maar niet om gedachteloos te scrollen.
Open je fotoalbum. Scroll eens door je favoriete herinneringen. Die zomeravond met vrienden, dat onverwacht lieve briefje van je kind, je lachende gezicht op dat festival (ook al voelde je je op maandagochtend een verouderde versie van jezelf).
Onderzoek toont aan dat het kijken naar foto's van fijne momenten aan je brein een shot endorfine geeft. Het doet je letterlijk herleven dat je een mooi leven leidt. En dat werkt. Altijd.
2. Zet je muziek luid op.
Nieuwe muziek leren kennen is één van de beste gevolgen van festivals. Die nieuwe ontdekking van afgelopen weekend of die ene song die je lijf deed dansen, ondanks je vermoeide voeten, je zet die nu op repeat.
Geloof me: Rüfüs du Sol heeft me de dag doorgeholpen na een zwaar Rock Werchter- weekend.
Muziek activeert delen van je brein die gelinkt zijn aan beloning, beweging en emotie. Dus ja, zelfs als je je door je dag moet slepen: zet die beats op. Al is het maar in je keuken. Extra punten als je erbij danst alsof je in een club staat.
Wees je ervan bewust wat het met je doet. Want soms is het exact dat ritme, die ene zin, die beat die je bloed terug even sneller laat stromen.
3. Gebruik voornamen. Altijd.
Maandag kwam de Telenet-man langs om ons internet te checken. Ik vroeg hem meteen naar zijn naam. “Christophe”, antwoordde hij.
Hij glimlachte, rechtte z’n rug en het werk leek voor hem plots een stuk lichter te gaan. Want ja, als iemand je naam zegt, voel je je gezien. Gerespecteerd.
En ik? Ik voelde me plots wat minder zombie. Omdat ik, al was het maar even, iemand anders een goed gevoel gaf. Win-win. 😉
Gebruik namen. Noem mensen zoals ze zijn. In de supermarkt. Op je werk. Online. Want verbinding ontstaat niet in grootsheid. Maar in die kleine erkenning.
4. Show up (ook als je er geen zin in hebt).
Een berichtje sturen. Iemand opbellen. Of gewoon langslopen met een koffie. Zelfs (of juist) als je er de energie niet voor denkt te hebben.
Want gek genoeg: als je opdaagt voor iemand anders, krijg je daar zélf een energieboost van. Je brein maakt verbindingen aan. Je voelt je nuttig. En dat gevoel werkt vaak beter dan eender welke vitaminepil.
Bovendien hoef je niet veel te zeggen. Soms is een simpel "Ik dacht aan je" al genoeg om weer contact te voelen: met de ander en met jezelf.
5. Doe de afwasdans.
Serieus: maak van je afwasroutine een mini-feestje. Zet je favoriete playlist op, beweeg die heupen en dans je door het huishoudelijke leven.
Beweging + muziek = instant mood-lift. Volgens een langdurige studie (we spreken over 21 jaar!) is dansen één van de beste manieren om je hersenen jong en fris te houden. Geen grap.
Het mooie is: het hoeft niet elegant. Je hoeft geen choreografie te volgen. Gewoon bewegen, op jouw manier. In je slobbertrui, met die comfy-broek, op je pantoffels (of op je blote voeten) … zaaaaaalig!
6. Wees een 8-minuten vriend(in).
We denken vaak dat verbinding tijd kost. Dat we een uitgebreid diner moeten plannen of een lange babbel moeten hebben om bij te praten.
Dat is fout gedacht!
Acht minuten.
Meer heb je niet nodig.
Even bellen.
Een kort voicemailbericht. Een kaartje in de bus. Even “happy b-day” zingen op het antwoordapparaat van die jarige vriendin, je niets aantrekken van de valse noten die je produceert na een vermoeiend weekend. Het zijn net die kleine gebaren die maken dat je vriendschappen levend blijven.
Het doet deugd voor die persoon, maar ook voor jou. Want je voelt je verbonden.
7. Zoek de verwondering.
Een boom die zijn schaduw tekent op de muur. Een vogel die keihard z'n best doet om indruk te maken. Een kind dat zo in zijn spel opgaat dat de wereld verdwijnt. Een hond die als een bezetene zijn eigen staart probeert te vangen, over zijn poten valt en dan verbaasd rondkijkt alsof hij denkt: “Niemand heeft dit toch gezien?” Of de zon die door de wolken probeert te breken.
Dat is geweldig. Dat is verwondering. Je hebt er geen trip naar de bergen voor nodig.
Even naar buiten. Je blik openzetten en toelaten dat iets je raakt.
Want als je hoofd vol zit en je lijf leeg aanvoelt, helpt het om heel even stil te staan bij wat groter is dan jij. De wereld. De natuur. Schoonheid. Of gewoon een goeie kop koffie in de zon.
Moe zijn is niet fout. Het zegt alleen iets over hoe hard je leeft, hoeveel je geeft, hoe weinig je soms pauzeert.
Maar je hoeft er niet in te blijven hangen. Met een paar kleine gewoontes kan je jezelf weer zachtjesaan wakker kietelen. Zonder druk. Zonder schuldgevoel.
Want zoals ik in mijn vorige blog al schreef: niets moet. 😉
