Zes redenen waarom positief communiceren loont!

“Onze jassen hangen we aan de kapstok” of  “Hier praten we steeds rustig” komt veel positiever over dan “Laat je jas niet hangen op die stoel” of “Roep niet zo!”.   Ik weet niet hoe jij je erbij voelt, maar bij de eerste twee uitspraken komt, voel ik warmte en een glimlach, bij die laatste twee heb ik eerder een wrang gevoel.

Ooit al gehoord van communiceren met een glimlach? 😊 Positieve communicatie is dé sleutel tot het opbouwen van hele goeie relaties.

We leggen vaak de nadruk op het negatieve, op de dingen die niet goed gaan. Maar geloof me, hoe we onze woorden kiezen, kan een enorme impact hebben op hoe onze boodschap wordt ontvangen en geïnterpreteerd.

Positief taalgebruik is van onschatbare waarde en gaat over meer dan alleen maar leuk doen of zaken mooier voorstellen dan ze zijn. Het gaat om bewust onze boodschappen op een constructieve manier overbrengen en om negatieve bewoordingen achterwege laten. We noemen het ook wel eens “plustaal”.

“Morgen mag je opnieuw op je Playstation spelen”, klinkt inderdaad veel beter dan “Je mag nu niet meer op je Playstation spelen.”

Als je kind iets nieuws wil proberen, is “Laat eens zien hoe jij dit doet.” veel sterker en positiever dan “Laat eens zien of jij dit wel kan.”

Hoor én voel je het verschil?

 

Waarom is positief taalgebruik zo krachtig?

1.        Je creëert een positieve sfeer.

Wanneer we een omgeving willen creëren waar mensen (en specifiek onze kinderen) zich veilig en gewaardeerd voelen, zullen we meer bereiken met positieve taal. Door optimistisch te communiceren bevorderen we openheid en een leuke samenwerking in het gezin.

 

2.        Je laat je als een echte leider zien.

Leiders en ouders die positieve taal gebruiken, kunnen hun invloed vergroten en inspireren hun kinderen zodat ze ook de beste versie van henzelf kunnen zijn.

Door aan te moedigen, te erkennen en te motiveren met woorden kweken we groei en persoonlijke ontwikkeling. We geven anderen meer zelfvertrouwen in plaats van onzekerheid.

 

3.        Je bevordert oplossingsgericht denken.

Bij gebruik van positieve taal, richten we ons op oplossingen in plaats van problemen. We kijken niet naar wat fout is gegaan, maar we kijken naar manieren om vooruit te komen en om die obstakels te overwinnen.

“Wat is je probleem met wiskunde?”, is negatief taalgebruik.

“Hoe kan ik je helpen zodat je je zekerder voelt bij wiskunde?”, is dan weer positiever.

 

4.        Je verdiept je relaties.

Positieve taal versterkt banden in het gezin en verhoogt het gevoel van verbondenheid en begrip. We willen respect binnen ons gezin, dan zullen we met positief taalgebruik veel sneller resultaat boeken.

 

5.        Je boost het zelfvertrouwen van de anderen.

Wanneer we anderen aanmoedigen, waarderen en erkennen met onze woorden, bouwen we een gevoel van verbondenheid op en geven we de ander een vertrouwen waarmee zij zich sterker voelen. We boosten als het ware hun zelfvertrouwen en zelfrespect. In plaats van kritiek te uiten die iemand kan ontmoedigen en kwetsen, helpen we met positieve taal anderen hun potentieel te zien en ten volle te gebruiken.

 

6.        Je voelt je zelf beter.

Hoe je het draait of keert, positief taalgebruik of plustaal heeft een positieve invloed op ons eigen welzijn. Door ons te focussen op het positieve en constructief te werk te gaan, voelen we ons gelukkiger en meer voldaan.

 

Hoe kunnen we onze taal positiever maken?

1.        Benoem het gedrag dat je wel wilt zien, niet dat je niet wilt zien.

We zeggen altijd wat anderen niet moeten doen, maar probeer het eens om te keren en maak het gedrag positief.

Bijvoorbeeld?

-            “Mors niet met die koffie!” wordt “Wees voorzichtig met de koffie.”

-            “Laat het niet vallen!” wordt “Hou het goed vast.”

-            “Kom niet te laat!” wordt “Bedankt om op tijd te komen.”

-            “Vergeet je boekentas niet!” wordt “Denk aan je boekentas.”

 

2.        Vermijd negatieve formuleringen.

-            “Sorry dat ik te laat ben.” wordt “Dankjewel om te wachten.”

-            “Je mag niet met meer dan 6 personen in deze kamer.” wordt “Je kan deze kamer met maximaal 6 personen gebruiken.”

-            “Op woensdag werk ik niet, je mail wordt dan niet gelezen.” wordt “Donderdag sta ik weer voor je klaar. Bij dringende zaken kan je steeds … contacteren op …. Zij helpen je graag verder.”

-            “Niet lopen!” wordt “Wandel rustig door de gang.”

 

3.        Niets te “moeten”.

Ik weet niet hoe jij reageert op “jij moet …”, maar als ik het hoor, voel ik sowieso een zekere weerstand. En ik weet dat ik niet de enige ben. Weet dat ”moeten” of het beleefdere werkwoord “dienen” helemaal niet nodig zijn.

Wat wel helpt: eerst adviseer je en dan benoem je onmiddellijk het positieve effect.

-            “Als je hebt opgeruimd, mag je nog een tv kijken”, klinkt beter dan: “Je moet eerst opruimen, anders komt die tv niet op!”

-            “U dient het formulier vóór woensdag ingevuld en getekend terug te sturen”, zal niet zo goed overkomen als “Indien je het formulier vóór woensdag terugstuurt, kunnen we je aanvraag nog in orde maken.”

 

Probeer even de volgende zinnen voor jezelf positiever te maken:

-            Kan dit weg?

-            Gelieve uw gsm uit te zetten.

-            Geen probleem.

-            Wat is je probleem?

 

Hulp nodig?

Probeer dan het volgende:

-            Mag dit bewaard worden?

-            Vergeet niet uw mobiele telefoon weer aan te zetten na de voorstelling.

-            Graag gedaan.

-            Hoe kan ik je helpen?

 

Klinkt beter niet?

Ik wens je veel succes én plezier met het gebruiken van positieve taal. Het is een kleine moeite met een heel groot effect. Laat zeker weten wat jij juist anders aangepakt hebt. Of heb je zelf goede voorbeelden van plustaal of positieve taal? Schrijf het dan zeker hieronder!