Hoe stel ik mijn grenzen?

In een eerder artikel leerde ik je al hoe je kan weten of je gezonde of ongezonde grenzen stelt. Vandaag vertel ik je met veel plezier hoe je je grenzen precies kan stellen.

Dat is namelijk een vraag die ik bijna dagelijks op verschillende manieren te horen krijg: via sociale media, via mail en ook tijdens de coachingssessies.

We hebben allemaal grenzen. Of beter: we willen die hebben en in theorie hebben we ze wel maar in de praktijk beschermen we onze grenzen te weinig. We overschrijden ze vaak zelf of we laten anderen onze grenzen overschrijden. Pas nadien voelen we dat onze grenzen overschreden zijn en dit geeft ons een slecht gevoel. Een heel herkenbaar gevoel zelfs, iedereen maakte het al mee. Op dat moment steekt stress de kop op en zijn we ook sneller geagiteerd. Bovendien zorgt het overschrijden van grenzen voor slechte relaties: de relatie met onszelf én de relatie met die andere persoon. Hoe vaak heb je niet op jezelf zitten foeteren nadat je weer over je heen hebt laten lopen? Welke “lelijke woorden” heb je hierbij gebruikt? Dat is het laatste wat we willen, niet? Maar toch doen we het omdat we weer die grenzen hebben overschreden.

Om je grenzen te kunnen stellen, moet je eerst terug leren voelen. Dat voelen is voor velen vaak een probleem: omdat velen onder ons al zo vaak gekwetst geweest zijn, verdringen ze hun gevoelens. Het spijtige is dat ze hierdoor ook hun gelukkige gevoelens verdringen. Weet dat je soms verdriet en boosheid moet voelen om ook blijheid en geluk te kunnen voelen. Daarom moeten we die negatieve gevoelens eerst doorstaan om dan de positieve gevoelens te kunnen voelen.

Verder moet je weten wat je echt wil en waar je grenzen precies liggen. Kortom, je moet je eigen behoeften heel goed kennen. Als je je behoeften kent, weet je ook welke grenzen je hebt.

Even op een rijtje zetten:

1.      Wat wil ik? Wat wil ik niet? Kortom, wat zijn mijn grenzen?

Hier is het belangrijk om je grens heel concreet te maken. Wat wil jij? Wat wil jij zeker niet? Dat kan je te weten komen door deze zinnen te vervolledigen:

-        Ik wil niet dat anderen…

-        Ik wil mezelf, mijn tijd en mijn energie beschermen door…

-        Ik heb het recht op…

Een aantal voorbeelden van concrete grenzen:

-        Je wil niet dat anderen jouw spullen gebruiken tijdens je afwezigheid.

-        Je wil niet dat dat die vriend(in) steeds te laat komt op jullie afspraken.

-        Je vindt dat je recht hebt op dat ene stukje taart dat nog in de koelkast ligt omdat jij eerder nog geen taart kon eten en de rest van je gezin wel.

-        Je wil niet dat iemand je zegt dat je een “ambetant” mens bent terwijl je gewoon ambetant doet omdat je je even slecht voelt.

Dat zijn duidelijke grenzen.

 

2.      Wanneer is die grens daar? Herken het moment!

Je weet nu duidelijk welke grenzen je hebt. Nu is het belangrijk dat je herkent wanneer die grens wordt bereikt en dat jij (of iemand anders) deze grens niet overschrijdt.

Als we zelf onze grenzen overschrijden, gebeurt dat dikwijls omdat we bijvoorbeeld altijd voor een ander in de bres willen springen, omdat we er ons goed bij voelen een ander te helpen. Alleen vergeten we onszelf hierbij. Als we een ander onze grenzen laten overschrijden, gebeurt het vaak omdat we conflicten uit de weg willen gaan of omdat we schrik hebben en denken: “Wat zullen ze anders denken over mij?”. Maar eerlijk? Wat is het belangrijkste: jouw mening of die van een ander? Jouw mening uiteraard! Je mag dus echt niet denken wat een ander zou gaan denken over jou. Wat jij denkt dat een ander over jou denkt, denk jij eigenlijk over jezelf. (Nogal een zin hé maar wel eentje om over door te denken 😉).

 

3.      Waarom laat ik anderen over die grens gaan?

Heel belangrijk om bij stil te staan: waarom! Waarom laat je je grens door die ene persoon overschrijden en kan je wel op je strepen staan bij een andere persoon? Of waarom lukt het op het ene moment makkelijker om grenzen te bewaken dan op een ander moment? Eenmaal je je hiervan bewust bent, is het gemakkelijk om de grens te herkennen en die te bewaken (zie puntje 4).

 

4.      En nu die grens bewaken!

Nu de grens is bereikt, voel je dat het moet gaan gebeuren. Je komt op het punt dat je kan kiezen: zal je weer over je heen laten lopen of blijf je op je strepen staan? Als je voor de laatste optie kiest, kan je dit best op een geweldloze of constructieve manier laten gebeuren.

Als je gaat roepen: “Jij bent altijd te laat als we afspreken, ik ben dat kotsbeu!”, dan zal je die relatie niet bevorderen. Vertrek daarom altijd vanuit jezelf: “ik”. “Ik zie dat je een halfuur te laat bent. We hadden om 14u afgesproken en je bent nu om 14u30 aangekomen zonder mij te verwittigen. Ik voel mij hier helemaal niet goed bij.” Voel je het verschil?

Je kan daarna meegeven wat je wel wil of wat je verwacht: “Wanneer we op een bepaald uur afspreken, wil ik dat dat uur gerespecteerd wordt omdat ik ook een eigen planning heb. Als er dan toch oponthoud is, kan je misschien verwittigen zodat ik op de hoogte ben en niet onnodig zit te wachten”.
Je stelt je op deze manier sterker op, je beschermt jezelf (en je grenzen) en je schept duidelijkheid.
Een ander voorbeeld?
“Ik heb gemerkt dat je mijn spullen hebt gebruikt toen ik niet thuis was en ik vind dit helemaal niet leuk. Ik zou graag hebben dat niemand mijn spullen gebruikt als ik er niet ben”.

Of: “Ik hoorde je net zeggen dat ik een “ambetant” mens ben. Dit heeft me veel pijn gedaan. Ik doe nu misschien ambetant omdat ik mij slecht voel maar ik ben niet ambetant. Dat is een groot verschil.”

 

Eerst zal je je hier misschien wel slecht bij voelen, zeker als je anderen al verschillende keren over je grenzen hebt laten gaan. Na een tijdje zal je merken dat het gemakkelijker gaat. Gewoon doen. Niet twijfelen.

 

Hetzelfde geldt voor het respecteren van andermans grenzen: als je merkt dat je door jouw gedrag of door jouw woorden over grenzen van andere heen gaat, zeg daar dan iets over en probeer toch de grens van de andere persoon te respecteren. Een mooi voorbeeld geef ik hier mee: enkele weken geleden had ik voor mijn oudste pluszoon een vakantiejob geregeld bij een restaurant in de buurt. Hij is een jaar ouder dan mijn dochter en hij mag al werken. De dochter mag dat ook maar zij mag niet na 20u werken omdat ze nog net te jong is. Wij hadden daarbij het idee: als het eens niet past voor de zoon, dan kan de dochter zijn plaats innemen. Blijkbaar had de oudste zoon daar geen goed gevoel bij. Dus enkele dagen geleden liet hij ons weten: “Ik moet je iets vertellen dat niet zo leuk is maar ik wil wel dat je het weet. Ik wil niet dat Noor ook in het restaurant werkt. Ik werk daar heel graag en het is mijn plekje. We zien elkaar al meer dan genoeg thuis en ik wil echt dat het restaurant en thuis gescheiden blijven. Ik wil dat niet delen, ik voel me daar niet goed bij.” Ik heb geluisterd en hem gezegd dat ik hem gehoord heb maar dat het me wel een beetje pijn deed omdat ik ook graag voor Noor een vakantiejob in het restaurant wou. Ik vertelde hem erbij dat ik zijn gevoelens en grenzen wou respecteren en dat ik voor haar wel elders iets zou regelen. Hij was opgelucht en ik vond het sterk dat hij op een constructieve manier zijn grenzen durfde aangeven.

Ja, hij had schrik om het mij te zeggen omdat hij wist dat hij ik die job voor hem geregeld had maar toch heeft hij het gedaan.

 

Doe het, lieve jij! Want jij bent het waard om je goed en sterk te voelen. Oh, en onthoud: jij bent niet verantwoordelijk voor de reactie van een ander, wel voor de manier waarop jij de boodschap overbrengt.
Wat ga jij als eerste doen om jouw grenzen te beschermen?