Tijdens deze coronatijden is het voor heel veel mensen duidelijk: we missen knuffels, we missen lichamelijke contacten. We beseffen dat een gewone simpele knuffel al heel veel deugd kan doen. Plots kennen we het fenomeen “huidhonger”: de hunkering om aangeraakt te worden. We zijn immers wezens die nood hebben aan aanrakingen.
Aanraking is een primaire levensbehoefte, net zoals eten en slapen. Pasgeboren of vroeggeboren baby’s evolueren beter als ze op de blote borst van hun ouder worden gelegd. Er werken zelfs vrijwilligers in ziekenhuizen die die taak op zich nemen als de ouders zelf niet kunnen aanwezig zijn.
We ontwikkelen ons lichamelijk en emotioneel beter als we worden geknuffeld. Er wordt gezegd dat we vier knuffels per dag nodig hebben om te overleven, acht knuffels als “onderhoud” en twaalf knuffels om persoonlijk te groeien. Kinderen die weinig knuffels kregen, vertoonden op latere leeftijd vaker agressief gedrag dan diegenen die wel liefdevol werden vastgepakt.
Die anderhalve meter die we op dit moment dus moeten hanteren is allesbehalve een goede zaak. Nu pas merken we hoe vaak we die goede vriend(in) eens vastnamen, hoe vaak we onze ouders “tegen onze gilet” trokken, hoe vaak we tegen elkaar aan kropen en hoe vaak we elkaar een hand gaven. Lichamelijk contact is uiterst belangrijk om ons verbonden te voelen met elkaar, om onze dankbaarheid te tonen en om onze sympathie uit te drukken.
Een knuffel tussen twee personen duurt gemiddeld drie seconden. Weet dus dat een knuffel van twintig seconden een topper is! Het heeft immers een therapeutisch effect op lichaam en geest. Dit wordt veroorzaakt door het hormoon oxytocine, het knuffelhormoon. Dit hormoon wordt aangemaakt in de hypothalamus in onze hersenen, vandaar gaat het naar de hypofyse (de dirigent van ons hormoonsysteem) en dan rechtstreeks naar ons zenuwstelsel. Gevolg: ons hele lichaam voelt het!
Hier geef ik je vijftien redenen om meer te knuffelen:
1. Het maakt je rustig.
Laat iemand je twintig seconden vastnemen en je voelt je meteen rustiger worden. Je ademhaling volgt de ademhaling van diegene die jou vast heeft en je voelt je veiliger.
2. Het maakt je vrolijk en energiek.
Door te knuffelen maak je het hormoon oxytocine aan. Weet dat het krijgen van een complimentje (of het geven ervan en zien hoe de andere het dankbaar aanvaardt) ook voor de aanmaak van oxytocine zorgt. We beseffen allemaal dat het krijgen en geven van complimenten ons vrolijk en energiek maken.
3. Het helpt tegen stress en angst.
Zelfs olifanten weten dit: als zij angstig of gestresseerd zijn, zoeken ze hun soortgenoten op voor een knuffel. Ze maken dan contact met elkaar door het hoofd van het gestresseerde dier aan te raken met hun slurf. Op die manier worden ze opnieuw rustig.
4. Het boost je zelfvertrouwen.
Door veel te knuffelen verminderen je zorgen en je angsten en word je minder afhankelijk van andermans meningen. Die oxytocine heeft er uiteraard ook mee te maken. Daarom zijn mensen die niet openstaan voor fysiek contact met anderen, vaak onzeker. Mensen met sociale angststoornissen knuffelen helemaal niet graag. Ze worden er zenuwachtig van, vinden het enorm ongemakkelijk en weten echt niet hoe ze ermee moeten omgaan. Als we van kindsbeen af vaak worden geknuffeld, zijn we dit gewoon en staan we later ook veel meer open voor fysieke contacten. Heb je er nu problemen mee om te knuffelen? Hoe meer je knuffelt, hoe meer je ervoor zal openstaan. Je zal je immers gerust voelen en je zal voelen dat je zelfvertrouwen hierin groeit. Het is een verkeken kans om een andere persoon die nood heeft aan een knuffel, die knuffel te weigeren.
5. Het verhoogt de aanmaak van dopamine.
Dopamine zorgt ervoor dat we ons tevreden, beloond en gemotiveerd voelen.
6. Het verzacht de pijn.
Toen ik acht jaar was, werd ik geopereerd aan strabisme (scheel oog) in een groot Brussels ziekenhuis. Bijna iedereen sprak daar Frans. Als achtjarige voelde ik me zo alleen en klein. Gelukkig kwam mijn moeder dagelijks bij mij langs. Ik herinner me nog dat het infuus in mijn hand enorm veel pijn deed maar als mijn mama mijn hand vasthield, voelde ik de pijn amper nog. Er waren toen nog geen mobiele telefoons dus als mijn mama werd weggeroepen naar de verpleegsterpost om een telefoontje te plegen, deed mijn hand enorm veel pijn. Tot ze terug kwam en mijn handje vasthield.
Ook in moeilijke tijden is het vastnemen van iemands hand een troostend gebaar. Het verlicht de pijn die we dragen.
Denk ook even aan de momenten waarop we ons echt pijn hebben gedaan: een aanraking van diegene die we vertrouwen, doet ons dan echt wel deugd.
7. Het helpt tegenslagen te verwerken.
We voelen dat we er niet alleen voor staan. Een knuffel is immers een stilzwijgende steun.
8. Het verlaagt het risico op hart- en vaatziekten.
En ja hoor, ook hier speelt de oxytocine een rol in. Doordat we minder stress en angst ervaren, bestaat er een lager risico op hart- en vaatziekten. Knuffelen is dus nog gezond ook!
9. Het verlaagt de bloeddruk.
Er worden receptoren geactiveerd die bekend staan als bloedlichaampjes. Die zitten in onze huid en geven signalen door via onze zenuwen. Ons lichaam voelt zich dus meer beschermd en onze bloeddruk verlaagt automatisch.
10. Het kost je niets!
Dit punt vergt geen verdere uitleg. 😊
11. Het versterkt persoonlijke banden.
Koppels die regelmatig knuffelen met elkaar hebben een sterkere relatie: ze voelen zich veilig en geliefd. Bij mannen is de combinatie oxytocine en testosteron het middel dat ervoor zorgt dat mannen met een vaste relatie op een afstand blijven van andere aantrekkelijke personen. Bij vrouwen versterkt oestrogeen de oxytocine en voelen ze zich veiliger bij hun partner.
12. Je krijgt meer voor elkaar.
Ook hiervoor zorgt het hormoon oxytocine. Je hebt immers minder de neiging de andere op afstand te houden, je bent meer ontspannen dus je stelt je meer open. Doordat er meer verbondenheid en vertrouwen is, zal je dus makkelijker iets gedaan krijgen.
13. Het versterkt je immuunsysteem.
Knuffelen verlaagt (door die oxytocine) de kans op het ontwikkelen van infecties en auto-immuunziektes. Onze antilichamen gaan immers omhoog. Bye bye virussen!
14. Het zorgt voor een betere mentale gezondheid.
Je voelt je niet alleen fysiek beter door knuffels, ook je mentale gezondheid wordt er beter door. Depressies en angststoornissen komen veel minder voor bij mensen die veel knuffelen. Het activeert ons parasympathische zenuwstelsel. Knuffelen maakt ons rustig en negatieve gevoelens zoals angst en verdriet verminderen.
15. Knuffelen is plezant!
Alle voorgaande redenen zijn heel belangrijk maar deze laatste is toch de belangrijkste! Knuffelen is gewoonweg plezant, het doet deugd, het is leuk. Dus waar wacht je nog op?
Wat zijn jouw redenen om te knuffelen? Waarom knuffel jij zo graag? En herinner jij nog die ene deugddoende knuffel? Schrijf het hieronder en wees zo een inspiratie voor anderen!
