Wat ergernis over jou zegt … en hoe je het te weten kan komen.

Een druilerige namiddag. Ik rijd naar Gent via de E40 om daar enkele coachings aan huis te doen én een wandeling als gids/professionele straatloopster te begeleiden. Het verkeer valt mee en ik kan een constante snelheid aanhouden zodat ik mijn cruisecontrole kan inschakelen (zo spaar ik mijn rechterbeenspieren 😉). Na een tijdje op de rechterrijbaan gereden te hebben, nader ik tragere chauffeurs en verplaats ik me naar het linkerrijvak zodat ik hen kan voorbijsteken.

Een dikke kilometer verderop (ik moest er verschillende voorbijsteken) rijdt er een auto trager op de middenstrook terwijl er op de rechterrijbaan voor hem/haar geen auto te zien is tenzij honderden meters verderop. Ik kan de wagen niet langs links voorbijsteken omdat ook daar een hele troep auto’s voorbij komt steken. Bijgevolg moet ik mijn cruisecontrole uitschakelen en erger ik me dood aan diegene voor mij omdat die persoon maar niet naar rechts rijdt en ik dus vastzit op die middenstrook. Pas na enkele minuten kan ik langs de linkerkant voorbijsteken. Op de rechterrijstrook rijdt er nog steeds geen enkele auto dus die persoon bevindt zicht met zijn wagen onnodig op de middenstrook en belemmert op die manier onnodig het verkeer.

Ik kan het niet nalaten even naar rechts te kijken en ik zie een man recht voor zich uit kijken. De ergernis in mij neemt maar toe: demonstratief steek ik hem voorbij en rijd ik onmiddellijk naar de rechterrijstrook om hem non-verbaal een hint te geven. Meneer heeft het echter niet door en blijft op die middenstrook rijden. Ik zie zelfs dat sommige auto’s hem ondertussen ook langs rechts voorbijsteken.

Terwijl ik me vóór die situatie geweldig voelde en genoot van de rit, kan ik mijn ergernis erna niet onder stoelen of banken steken en zit ik in mezelf te foeteren. “Sommigen kunnen echt niet rijden”, “Rechterrijstroken zijn blijkbaar overbodig”, “Straks worden die rechterrijstrookinhalers beboet terwijl eigenlijk de middenstrookrijder moet beboet worden want hij kan niet rijden”,…

Je merkt het al, ik heb een grote negatieve brok in mij. Tijd voor de spiegel. Niet mijn achteruitkijkspiegel maar mijn innerlijke spiegel. Hoe komt het toch dat ik me zo aan die man erger? Hij heeft me toch niets verkeerd gedaan? Ik denk niet dat hij denkt “Oh, ik ga vandaag enkele chauffeurs koeioneren en een hele tijd in het midden rijden om het verkeer te belemmeren”. Dat is toch wat ik hoop aangezien ik van het positieve wil uitgaan …

Ooit heb ik op de cursus van Patricia van Lingen geleerd hoe ik moest spiegelen en sindsdien leer ik het ook mijn coachees/mijn klanten. Want spiegelen is nodig als je ergernis voelt opkomen. Je leert immers van je ergernissen: ze vertellen je iets over jezelf.

De spiegelvragen poppen in mijn gedachten op:

1.      Doe ik dit ook naar anderen toe? Rij ik ook onnodig op het middenrijvak?

Neen, ik gebruik zoveel mogelijk de rechterrijstrook en zal die pas verlaten als er trager verkeer is. Ik mag dus naar vraag 2. Mocht het antwoord hierop echter ‘ja’ zijn, dan heb ik direct mijn spiegel.

2.      Doe ik dat tegen/naar/met mezelf? Neen? Dan moet ik kijken naar vraag 3 dus naar het gevoel dat die ergernis bij me opwekt. Ja? Dan heb ik de spiegel hier al gevonden en kan ik er iets aan doen. Ik zeg neen dus hop naar vraag 3.

3.      Welk gevoel geeft die ergernis mij? Welk gevoel geeft die middenvakchauffeur mij?

Door hem moet ik mijn cruisecontrole uitschakelen en kan ik niet meer “in de flow” doorrijden want die is onderbroken. Hij belemmert mij in mijn rijden. Hij belemmert mij in “mijn flow”. Door hem moet ik afremmen en daar heb ik geen zin in.

 

Ok, ik heb het gevoel gevonden dus ik ga terug naar vraag  1 met mijn gevoel:

1.      Belemmer ik anderen? Neen, ik help ze juist vooruit, ik begeleid hen in hun groei en ik geef hen energie. Naar vraag 2 dus.

2.      Belemmer ik mezelf? Schuldig! Dat is wat bij mij op dat moment diep binnenkomt. Ik heb immers de laatste weken mezelf weggecijferd voor iedereen. Als ik iets voor mezelf kon doen, heb ik dit niet gedaan omdat het andere “belangrijker” was. Ik heb mezelf dus belemmerd.

De tranen lopen plots over mijn wangen en ik kan ze niet tegenhouden. Hoe kon ik mezelf vergeten? Ik, die er steeds op hamer bij mijn klanten om henzelf op de eerste plaats te zetten. Stilletjes is “het gevaar” zelf bij mij binnen geslopen. Dus: terug tijd voor mezelf maken en andere zaken weigeren.

Die bewuste dag was een “eye-opener” voor mij en spiegelen heeft me dit doen inzien.

Ik spiegel dagelijks, niet alleen bij mezelf maar ook met mijn gezin en mijn klanten/mijn coachees. Het zegt heel veel over onszelf. Het is zeer leerrijk en je leert jezelf kennen zodat je er iets aan kan doen.

Wil je meer weten over spiegelen? Patricia van Lingen heeft er een geweldig boek over geschreven: “Wat je zegt, ben je zelf. De kracht van spiegelen”, uitgegeven bij Lannoo.

Wat zijn jouw grootste ergernissen? Laat het gerust hieronder weten … en ook als je je spiegel gevonden hebt!